Shingon-Boeddhisme

Wat is Shingon-Boeddhisme en hoe kan je deze meditatie-vorm zelf leren/trainen?

Shingon-Boeddhisme

Shingon-Boeddhisme is een Boeddhistische school uit de 5de – 7de eeuw n.Chr. Deze school maakt veel gebruik van mantra als meditatie-object, en werkt met rituele meditaties. Shingon-Boeddhisme is onderdeel van wat Vajrayāna genoemd wordt.
Shingon-Boeddhisme is in het begin van de negende eeuw naar Japan gebracht door de Japanse monnik Kōbō-Daishi Kūkai. Hij werd in 804-805 n.Chr. in China in de beide Vajrayāna-inwijdingslijnen ingewijd. Zijn leraar drukte hem op het hart zo snel mogelijk terug naar Japan te reizen om de leringen te verspreiden.
In Japan heeft Kōbō-Daishi Kūkai de Vajrayāna-traditie succesvol geïntroduceerd. Rond 1100 is de trainingsopbouw voor (jonge) monniken gesystematiseerd, en dit systeem wordt tot op de dag van vandaag op deze manier doorgegeven.

Shingon

Shingon betekent waar woord en is de Japanse vertaling van het Chinese ZhēnyánZhēnyán is weer de vertaling van het Indiase mantra. In het Shingon-Boeddhimse worden mantra’s gezien als waar woord, het kosmische woord, een uiting van de Boeddha-Dharma.
Shingon-Boeddhisme is een Boeddhistische school en heeft als basis de Boeddhistische filosofie. Maar Shingon-Boeddhisme is vooral een sterk uitgewerkt trainingssysteem. De doelstelling van het trainingssysteem is om ons gedrag op alle niveau’s, de niveau’s van handelingen, spraak en denken, te integreren en te universaliseren. Handelen is dus niet alleen beperkt tot wat je doet, maar gaat ook over wat je denkt en hoe je je uit.
Shingon Boeddhisme ziet het ideaal van de ontwaakte en compassievolle mens in termen van de volledige bewustwording en integratie van de persoon in een universeel en zelfoverstijgend netwerk van relaties. Oftewel, ontwaken en bevrijding van het individu zijn onlosmakelijk gekoppeld aan de kwaliteit en de diepte van de relaties die dit individu onderhoudt met alles en iedereen om hem of haar heen. Hoe ambitieus het ideaal van Shingon-Boeddhisme ook is, Shingon-Boeddhisme is optimistisch over de mogelijkheden om dit te realiseren. Met de juiste training en mindset hebben we in onszelf het aangeboren vermogen om deze vrije en onvoorwaardelijk liefdevolle toestand te bereiken.

Drie geheimen, Sanmittsu

Shingon-Boeddhisme spreekt over de Drie geheimen, Sanmittsu in Japans, het geheim van lichaam, geest en spraak. Shingon-meditaties omvatten zowel fysieke, mentale als verbale componenten, door middel van het gebruik van mudra’s (fysieke (hand)gebaren), mantra, en concentratie en visualisatie. De fysieke toestand, mentale toestand en verbale expressie van de beoefenaar worden allen gericht op de kwaliteiten van een specifieke Boeddha, waardoor de kwaliteiten van de specifieke Boeddha zich manifesteren in de ervaring van de beoefenaar.
Bij het afronden van de meditatie zal de beoefenaar de aandacht weer vanuit diepe contemplatie terugbrengen naar een meer dagelijks bewustzijn.

In het boek ‘Mindfulness en mantra’ vind je een breed scala aan voor-oefeningen, die je de ervaring geven om Shingon-Boeddhisme en mantra-meditatie succesvol te beoefenen.

In de driedaagse cursus ‘Mindfulness&mantra’ ervaar je dat werken met klank in meditatie verschillende lagen van verdieping kan geven. Naast de ervaring krijg je uitleg over het meditatieve proces.

Mandala

Shingon-Boeddhisme gebruikt mandala’s als visuele representatie van de verlichte werkelijkheid. Hiernaast zie je de mandala’s in het Shingon Boeddhisme: de Taizō-kai-mandala en de Kongō-kai-mandala.
Deze twee mandala’s kunnen gezien worden als een representatie van de verlichte werkelijkheid vanuit het perspectief van compassie (Taizō-kai-mandala) en vanuit het perspectief van wijsheid (Kongō-kai-mandala).
In het Shingon-Boeddhisme is het eerste niveau van training het werken met meditatie en mantra’s. Dit is de ingang die voor iedereen toegankelijk is.
Verdere training omvat uitgebreide rituele meditaties, de ‘Three secret practices’, waarin in de meditatie de mandala ‘ontstaat’ en er een ruimte van diepe empowerment gecreëerd wordt.
Zoals in alle Mahāyāna tradities is de intentie van de beoefening niet slechts gericht op eigen ontwikkeling, maar worden de positieve effecten van de beoefening opgedragen aan anderen en de wereld om ons heen.